5

Genoeg teruggekeken? Nu vooruit kijken!

| woensdag 26 mei 2010
Hoewel we het al met elkaar gehad hebben over hoe we in het Mediacentrum verder gaan met 23dingen, zou ik het werkelijk eeuwig zonde vinden om het alleen bij de 23dingen te houden. De echte les van de 23dingen gaat natuurlijk niet over bloggen, twitteren, flickeren of librarythingen maar gaat om het gebruiken van (nieuwe) media en middelen bij bestaande en nieuwe(!) zaken.

23dingen is belangrijk maar het moet geen doel op zich zijn. Het moet een middel zijn om onze eigen doelen te behalen en wie weet, zelfs wel nog wat extra ambitieuze doelen te verwoorden om te gaan behalen nu we allemaal een bredere blik op de horizon hebben dan we enkele maanden geleden hadden.

Een mooi vervolg zou wat mij betreft moeten bestaan uit het kijken wat we met onze verworven kennis en visie op sociale media kunnen richting het onderwijs. Het toepassen, en delen, van nieuwe vaardigheden met nieuwe tools die juist voor het onderwijs zo belangrijk kunnen zijn. Het is niet toevallig dat ook uit de vele gesprekken, die de laatste maanden met vertegenwoordigers van onze domeinen/Schools gehouden zijn, de wens veelvuldig geuit is om begeleiding te krijgen. Het delen van onze kennis met docenten om hen over drempels te helpen en te zorgen dat zij het zelf kunnen, en willen, toepassen in hun onderwijs. Het ondersteunen en helpen met de wensen en problemen die het onderwijs heeft, en niet zo zeer ons dienstenpakket als Mediacentrum tweepuntnul gaan maken.

21edingen is een cursus die door Surfacademy is ontwikkeld, gericht op docenten en ICTO medewerkers van hoger onderwijsinstellingen. De werkwijze is zo'n beetje hetzelfde als 23dingen maar de (e)dingen zelf wijken logischerwijs fors af van de 23dingen, ook al zullen er vele dingen ook voor ons best al bekend voorkomen. eDingen als video's maken, zoeken en gebruiken, wiki's, weblectures, repositories, informatievaardigheden en referentieprogramma's behoren ontegenzeggelijk ook tot het domein van informatiebemiddelaars.

Zou het niet mooi (en nuttig) zijn om na de zomervakantie met 21edingen aan de gang te gaan? Sowieso voor alle IB-ers maar voor alle anderen op vrijwillige basis natuurlijk ook. Een combinatie van zelfstudie maar ook workshops per eDing. Workshops die gegeven worden aan ons en deels ook *door* ons, maar waar we ook onze voormalig Digididact collega's, onderwijskundigen en docenten met ervaring binnen Windesheim voor kunnen vragen.

Ik zie het voor me en bied me bij deze aan als coach en organisatie voor dat traject. Doen jullie mee?
5

Ding 23. Kijken in de achteruitkijkspiegel

|
Het zit er op. Deze blogpost is de laatste van de 23 dingen en zoals bij zo'n beetje alle scholingstrajecten is het tijd voor een stukje evaluatie. Laat ik voorop stellen dat het mij aan 1 kant enorm meegevallen is: er zaten niet echt nieuwe dingen tussen die ik niet kende en dat betekent dat 23 dingen voor mij vooral als een soort checklist gefungeerd heeft: meer nadenken over bredere toepassingen dan waar ik het zelf al voor gebruikte (of juist niet). Met een iets andere blik naar de web 2.0 toepassingen kijken.

Aan de andere kant viel het eigenlijk nog niet eens mee om met een open blik naar die dingen te kijken, juist omdat ik er al ervaring mee had. Je kunt nog zo objectief proberen te kijken naar dingen maar het is verhipt lastig om niet een hele boel stappen over te slaan om ook tijd te besparen.
Tijd is ook een factor die niet meegevallen is. Goed, niemand die me dwong om die ellenlange postjes te produceren maar ook al schrijf ik redelijk makkelijk en was ik al bekend met de dingen, het viel me toch wel tegen hoeveel tijd ik er toch nog aan kwijt was.

De dingen waarmee ik alsnog/alweer veel mee heb kunnen spelen, hebben me toch het meeste plezier gebracht: Flickr en Last.fm/Grooveshark (plus nu Spotify), ook al vind ik eigenlijk dat dit ook zo'n beetje de twee minst zinnige dingen voor een bibliotheek zijn. Twitteren deed en doe ik dagelijks en als ik al niet overtuigd was geweest van het nut en lol wat je ermee kunt hebben, dan weet ik zeker dat ik het anders nu had overgehouden aan dit traject.

Ik denk dat voor het Mediacentrum de grootste winst zit in het allereerste ding, namelijk bloggen. Er is geen beter instrument om kennis, weetjes, ervaringen en meningen uit te wisselen mijns inziens dan een weblog. Ook al waren er voorafgaande het 23dingen traject al meerdere collega's met een weblog, het feit dat nu iedereen een weblog bijhield gaf veel inzicht en heeft me meerdere keren heel positief verrast. Het zou een mooie ontwikkeling zijn als velen (iedereen?) zouden blijven bloggen over wat hen boeit, hun werk en ideeën.

23 dingen was voor mij niet het begin maar zal ook zeker het einde niet zijn. Met leren ben je nooit klaar.

1

We zijn er bijna

|

@foto
2

Ding 22. De toekomst is 2.0 (of hadden we dat al lang moeten zijn?)

| vrijdag 21 mei 2010
Er lopen wat interpretaties door elkaar heen als ik lees over bibliotheek 2.0. Een focus op gebruikersparticipatie en klantgerichtheid enerzijds en het aanbieden van nieuwe diensten via nieuwe webtoepassingen anderzijds. Bij de eerste komen vaak de opmerkingen erbij dat bibliotheken dat altijd al hoog in het vaandel hadden staan (en waar doen we dan zo moeilijk over nu?), bij het laatste wordt er veel met een schuin oog gekeken naar collega's in de ICT vakgebieden omdat men technologische gedreven diensten stiekem niet het pakkie an van een bibliotheek vinden. De 23dingen cursussen zijn er niet voor niets gekomen, nietwaar?

Wikipedia geeft bij de uitleg van library 2.0 ook netjes aan dat het hier om beide tegelijk moet gaan. Ja, nieuwe toepassingen via het internet maar met de nadruk op interactie en participatie van gebruikers.
Library 2.0 is a new way of providing library service through new Internet technologies, with emphasis on “user-centered” change and interaction
Nu zou volgens mij elke webtoepassing of technische applicatie de gebruiker en gebruikersgemak op de eerste plaats moeten hebben maar er zijn meer slechte voorbeelden te vinden dan goede voorbeelden. Dat doet echter niets af aan het feit dat het voor bibliotheken een kernachtige verandering is om die transformatie te maken van de poort tot alle kennis rol die men altijd gehad heeft, naar een rol van informatieleverancier die de kennis brengt naar waar de gebruiker ook moge zijn.

Als kind en tiener was ik een grootgebruiker van bibliotheken. Vele honderden uren heb ik doorgebracht in de kleine filiaalbibliotheken in de buurt, snuffelend en lezend door zo'n beetje de gehele collectie en me constant verbaasd over de wereld en omvang van onderwerpen die daar 'zo maar' beschikbaar waren. De bibliothecaresses bepaalden wat er in de kasten stond en stonden prima open voor suggesties: er zijn aardig wat boeken aangeschaft over onderwerpen die ik zelf aandroeg. Het hele idee dat je met alle onderwerpen en vakgebieden aan de slag kon als een soort schatbewaarder die de geheimen van het universum leken te kennen is de hele reden geweest waarom ik zelf naar de bibliotheekopleiding ben gegaan; iets waar ik tot de dag van vandaag geen spijt van heb :)

De eerste uitspraak in het Library 2.0 Manifesto is er echter eentje die ik me ook wel voorhoud:
I will recognize that the universe of information culture is changing fast and that libraries need to respond positively to these changes to provide resources and services that users need and want.
Geen trip meer naar de (prachtige) bibliotheekfilialen waar ik ademloos langs de kasten liep en telkens weer wat nieuws ontdekte. Geen ontzag meer voor de mooie collecties die bibliothecarissen samenstelden (maar waar je als reguliere klant maar weinig over te vertellen had natuurlijk). Het zijn andere tijden geworden waarin je sneller dan welke bibliothecaris ook zelf de informatie kunt vinden en je niet uren hoeft te orienteren op een onderwerp om geschikte literatuur te vinden. Een deel van me betreurt dat immens maar het alternatief biedt zoveel mooie nieuwe mogelijkheden dat ik ook niet terug zou willen naar die goeie ouwe tijd.

Web 2.0 en bibliotheek 2.0 stellen niet meer de informatie en collecties centraal. Het draait om begeleiding, informatie op maat, informatie op de plekken waar gebruikers (online) te vinden en uitwisseling van informatie. Platforms als de Bibliotheek 2.0 Ning brengen collega's bij elkaar zoals dat voorheen natuurlijk ook al gebeurde in vakverenigingen maar ineens kan iedereen laagdrempelig deelnemen. Niemand van ons heeft de wijsheid in pacht maar allemaal samen komen we toch wel een eindje.

Naar de bibliotheek van de toekomst zullen nog steeds mensen komen die een boek willen lezen of lenen. Maar het kenmerk van deze bibliotheek zal niet meer zijn hoe groot/mooi/volledig de collectie is of hoeveel uitleningen deze heeft. De bibliotheek van de toekomst heeft een ander herkenbaar kenmerk gekregen: het is de plek waar mensen werken die de weg kunnen wijzen in het echt oneindige doolhof van informatie en je ook nog kunnen en willen begeleiden in wat je allemaal kunt met die informatie. Het is de oude doelstelling van een bibliotheek maar de echte bibliotheek 2.0 is eigenlijk een bibliothecaris 2.0.
3

Ding 21. Sociale bibliotheekcatalogi

| donderdag 6 mei 2010
Het hele fenomeen van sociale bibliotheekcatalogi is er eentje waar ik de afgelopen jaren verschillend over gedacht heb. Toen Aquabrowser op de markt kwam en de eerste verrijkte bibliotheekcatalogi  te bekijken waren via het web, was ik er van overtuigd dat het de toekomst was voor alle bibliotheekcatalogi, simpelweg omdat het zoveel toegevoegde waarde had om relaties te (laten) leggen tussen materialen in je catalogus die verder gingen als waar de zoekvaardigheden van je klanten ophielden. Boeken kwamen 'ineens' in beeld doordat gerelateerde titels en trefwoorden getoond werden en niet langer hoefde je uit te leggen waar die trefwoordenlijst voor was en dat je moest nadenken over je zoekvragen.

Beheer versus gebruikersgemak
Aangezien ik het genoegen gehad heb om een bibliotheekautomatiseringsproject te mogen leiden in 1996 weet ik hoeveel aandacht je aan een gestructureerde inhoudelijke beschrijving van je catalogus moet besteden. Maanden heb ik met een projectgroepje besteed aan het nieuwe classificatiesysteem (we gingen met 6 bibliotheken over naar het SISO) en minstens net zo lang over een thesaurus en gecontroleerde trefwoordenlijst om al die vakgebieden eenduidig in de catalogus te krijgen. Allemaal prima geslaagd totdat het werd blootgesteld aan de realiteit en het langzaam verwaterde doordat bibliothecarissen ook mensen zijn en het lastig vinden om eenduidig de logica achter classificatie- en trefwoordensystemen te snappen. Je moet maar net met dezelfde blik er naar kijken en het blijft voor mij nog steeds 1 van de lessen die ik geleerd heb over het grote verschil tussen theorie en praktijk.
Sociale bibliotheekcatalogi halen feitelijk die druk (en noodzaak) van de ketel af. Ipv de focus op eenduidige metadatering door bibliothecarissen, verplaatst Aquabrowser/My Discoveries die focus naar de eindgebruiker toe. Door enerzijds zelf al verbanden te leggen tussen materialen in een catalogus, gebaseerd op fulltext, titel, auteur, uitgever, jaar en (gelukkig nog steeds) trefwoorden maar anderzijds ook die verbanden te laten leggen door die eindgebruikers middels o.a. reviews en beoordelingen. Feitelijk doen daarmee de eindgebruikers meer aan inhoudelijke ontsluiting dan bibliothecarissen :-)

Nuance
Verbanden leggen en daarmee 'discoveries' doen in een catalogus is echter wel voorbehouden aan een specifiek type gebruiker van de catalogus, nl. die gebruiker die ook echt snuffelt door een catalogus en ontdekkingen *wil* doen. Voor een openbare bibliotheek vind ik sociale bibliotheekcatalogi dan ook een excellente ontwikkeling. Daar vindt sowieso al historisch gezien nauwelijks inhoudelijke onderwerpsontsluiting plaats (catalogusrecords worden centraal aangeleverd) terwijl de doelgroep van de OB absoluut geinteresseerd is in het vinden van de juweeltjes in de eigen collectie.

Zie je dat al gebeuren in een hogeschoolbibliotheek?

'Parels voor de zwijnen' zei ik ooit nog tegen Jo Han toen we het over Aquabrowser hadden en of het iets voor ons zou zijn als Mediacentrum. Onze gebruikers komen, enigszins gechargeerd, zo'n beetje met een one-track mind naar het Mediacentrum. Met een specifieke titel of auteur al in de hand of met een rechtstreekse verwijzing door een docent(e) om 'iets' over een onderwerp op te zoeken. Hoe beter de trefwoorden aansluiten bij terminologie uit het curriculum (en boekenlijsten), hoe rechtstreekser we aansluiten op de vraag van onze gebruiker. Wij hebben geen type gebruikers die ontdekkingen willen doen in onze catalogus of die er lekker eventjes bij gaan zitten om te snuffelen in ons aanbod. Laat staan dat ze na het bestuderen van een stapeltje boeken nog een rating of review gaan schrijven in onze catalogus.

Edoch
Onze eindgebruikers moeten we niet hebben voor het sociale bibliotheekcatalogusgebeuren. Ik denk echter wel dat er een paar goede kansen zijn om zowel onze catalogus als website wat 'socialer' te maken. Mbt catalogus zouden docenten wel degelijk zinnige dingen kunnen (moeten?) toevoegen. Korte reviews bijvoorbeeld of aanvullingen en verbeteringen op gebruikte termen in de catalogus zodat ze inderdaad beter aansluiten op waarmee studenten vervolgens worden verwezen naar het Mediacentrum. Mbt de website geldt eigenlijk hetzelfde en ik heb er zelfs al vragen over gehad: waarom kunnen docenten en studenten niet iets aangeven over de kwaliteit van bronnen waarnaar we verwijzen op de site. Of nieuwe relevante (laten) toevoegen? Onze website is natuurlijk feitelijk ook een catalogus geworden de laatste jaren.

Los van het denken in producten als Aquabrowser gaat het vooral om het nadenken over wat je feitelijk wil doen met de mening, expertise en ervaringen van je klanten over datgene wat je aanbiedt. Daar zouden we hoe dan ook een begin mee kunnen maken.