2

Iedereen is een winnaar!

| dinsdag 1 juni 2010
5

Genoeg teruggekeken? Nu vooruit kijken!

| woensdag 26 mei 2010
Hoewel we het al met elkaar gehad hebben over hoe we in het Mediacentrum verder gaan met 23dingen, zou ik het werkelijk eeuwig zonde vinden om het alleen bij de 23dingen te houden. De echte les van de 23dingen gaat natuurlijk niet over bloggen, twitteren, flickeren of librarythingen maar gaat om het gebruiken van (nieuwe) media en middelen bij bestaande en nieuwe(!) zaken.

23dingen is belangrijk maar het moet geen doel op zich zijn. Het moet een middel zijn om onze eigen doelen te behalen en wie weet, zelfs wel nog wat extra ambitieuze doelen te verwoorden om te gaan behalen nu we allemaal een bredere blik op de horizon hebben dan we enkele maanden geleden hadden.

Een mooi vervolg zou wat mij betreft moeten bestaan uit het kijken wat we met onze verworven kennis en visie op sociale media kunnen richting het onderwijs. Het toepassen, en delen, van nieuwe vaardigheden met nieuwe tools die juist voor het onderwijs zo belangrijk kunnen zijn. Het is niet toevallig dat ook uit de vele gesprekken, die de laatste maanden met vertegenwoordigers van onze domeinen/Schools gehouden zijn, de wens veelvuldig geuit is om begeleiding te krijgen. Het delen van onze kennis met docenten om hen over drempels te helpen en te zorgen dat zij het zelf kunnen, en willen, toepassen in hun onderwijs. Het ondersteunen en helpen met de wensen en problemen die het onderwijs heeft, en niet zo zeer ons dienstenpakket als Mediacentrum tweepuntnul gaan maken.

21edingen is een cursus die door Surfacademy is ontwikkeld, gericht op docenten en ICTO medewerkers van hoger onderwijsinstellingen. De werkwijze is zo'n beetje hetzelfde als 23dingen maar de (e)dingen zelf wijken logischerwijs fors af van de 23dingen, ook al zullen er vele dingen ook voor ons best al bekend voorkomen. eDingen als video's maken, zoeken en gebruiken, wiki's, weblectures, repositories, informatievaardigheden en referentieprogramma's behoren ontegenzeggelijk ook tot het domein van informatiebemiddelaars.

Zou het niet mooi (en nuttig) zijn om na de zomervakantie met 21edingen aan de gang te gaan? Sowieso voor alle IB-ers maar voor alle anderen op vrijwillige basis natuurlijk ook. Een combinatie van zelfstudie maar ook workshops per eDing. Workshops die gegeven worden aan ons en deels ook *door* ons, maar waar we ook onze voormalig Digididact collega's, onderwijskundigen en docenten met ervaring binnen Windesheim voor kunnen vragen.

Ik zie het voor me en bied me bij deze aan als coach en organisatie voor dat traject. Doen jullie mee?
5

Ding 23. Kijken in de achteruitkijkspiegel

|
Het zit er op. Deze blogpost is de laatste van de 23 dingen en zoals bij zo'n beetje alle scholingstrajecten is het tijd voor een stukje evaluatie. Laat ik voorop stellen dat het mij aan 1 kant enorm meegevallen is: er zaten niet echt nieuwe dingen tussen die ik niet kende en dat betekent dat 23 dingen voor mij vooral als een soort checklist gefungeerd heeft: meer nadenken over bredere toepassingen dan waar ik het zelf al voor gebruikte (of juist niet). Met een iets andere blik naar de web 2.0 toepassingen kijken.

Aan de andere kant viel het eigenlijk nog niet eens mee om met een open blik naar die dingen te kijken, juist omdat ik er al ervaring mee had. Je kunt nog zo objectief proberen te kijken naar dingen maar het is verhipt lastig om niet een hele boel stappen over te slaan om ook tijd te besparen.
Tijd is ook een factor die niet meegevallen is. Goed, niemand die me dwong om die ellenlange postjes te produceren maar ook al schrijf ik redelijk makkelijk en was ik al bekend met de dingen, het viel me toch wel tegen hoeveel tijd ik er toch nog aan kwijt was.

De dingen waarmee ik alsnog/alweer veel mee heb kunnen spelen, hebben me toch het meeste plezier gebracht: Flickr en Last.fm/Grooveshark (plus nu Spotify), ook al vind ik eigenlijk dat dit ook zo'n beetje de twee minst zinnige dingen voor een bibliotheek zijn. Twitteren deed en doe ik dagelijks en als ik al niet overtuigd was geweest van het nut en lol wat je ermee kunt hebben, dan weet ik zeker dat ik het anders nu had overgehouden aan dit traject.

Ik denk dat voor het Mediacentrum de grootste winst zit in het allereerste ding, namelijk bloggen. Er is geen beter instrument om kennis, weetjes, ervaringen en meningen uit te wisselen mijns inziens dan een weblog. Ook al waren er voorafgaande het 23dingen traject al meerdere collega's met een weblog, het feit dat nu iedereen een weblog bijhield gaf veel inzicht en heeft me meerdere keren heel positief verrast. Het zou een mooie ontwikkeling zijn als velen (iedereen?) zouden blijven bloggen over wat hen boeit, hun werk en ideeën.

23 dingen was voor mij niet het begin maar zal ook zeker het einde niet zijn. Met leren ben je nooit klaar.

1

We zijn er bijna

|

@foto
2

Ding 22. De toekomst is 2.0 (of hadden we dat al lang moeten zijn?)

| vrijdag 21 mei 2010
Er lopen wat interpretaties door elkaar heen als ik lees over bibliotheek 2.0. Een focus op gebruikersparticipatie en klantgerichtheid enerzijds en het aanbieden van nieuwe diensten via nieuwe webtoepassingen anderzijds. Bij de eerste komen vaak de opmerkingen erbij dat bibliotheken dat altijd al hoog in het vaandel hadden staan (en waar doen we dan zo moeilijk over nu?), bij het laatste wordt er veel met een schuin oog gekeken naar collega's in de ICT vakgebieden omdat men technologische gedreven diensten stiekem niet het pakkie an van een bibliotheek vinden. De 23dingen cursussen zijn er niet voor niets gekomen, nietwaar?

Wikipedia geeft bij de uitleg van library 2.0 ook netjes aan dat het hier om beide tegelijk moet gaan. Ja, nieuwe toepassingen via het internet maar met de nadruk op interactie en participatie van gebruikers.
Library 2.0 is a new way of providing library service through new Internet technologies, with emphasis on “user-centered” change and interaction
Nu zou volgens mij elke webtoepassing of technische applicatie de gebruiker en gebruikersgemak op de eerste plaats moeten hebben maar er zijn meer slechte voorbeelden te vinden dan goede voorbeelden. Dat doet echter niets af aan het feit dat het voor bibliotheken een kernachtige verandering is om die transformatie te maken van de poort tot alle kennis rol die men altijd gehad heeft, naar een rol van informatieleverancier die de kennis brengt naar waar de gebruiker ook moge zijn.

Als kind en tiener was ik een grootgebruiker van bibliotheken. Vele honderden uren heb ik doorgebracht in de kleine filiaalbibliotheken in de buurt, snuffelend en lezend door zo'n beetje de gehele collectie en me constant verbaasd over de wereld en omvang van onderwerpen die daar 'zo maar' beschikbaar waren. De bibliothecaresses bepaalden wat er in de kasten stond en stonden prima open voor suggesties: er zijn aardig wat boeken aangeschaft over onderwerpen die ik zelf aandroeg. Het hele idee dat je met alle onderwerpen en vakgebieden aan de slag kon als een soort schatbewaarder die de geheimen van het universum leken te kennen is de hele reden geweest waarom ik zelf naar de bibliotheekopleiding ben gegaan; iets waar ik tot de dag van vandaag geen spijt van heb :)

De eerste uitspraak in het Library 2.0 Manifesto is er echter eentje die ik me ook wel voorhoud:
I will recognize that the universe of information culture is changing fast and that libraries need to respond positively to these changes to provide resources and services that users need and want.
Geen trip meer naar de (prachtige) bibliotheekfilialen waar ik ademloos langs de kasten liep en telkens weer wat nieuws ontdekte. Geen ontzag meer voor de mooie collecties die bibliothecarissen samenstelden (maar waar je als reguliere klant maar weinig over te vertellen had natuurlijk). Het zijn andere tijden geworden waarin je sneller dan welke bibliothecaris ook zelf de informatie kunt vinden en je niet uren hoeft te orienteren op een onderwerp om geschikte literatuur te vinden. Een deel van me betreurt dat immens maar het alternatief biedt zoveel mooie nieuwe mogelijkheden dat ik ook niet terug zou willen naar die goeie ouwe tijd.

Web 2.0 en bibliotheek 2.0 stellen niet meer de informatie en collecties centraal. Het draait om begeleiding, informatie op maat, informatie op de plekken waar gebruikers (online) te vinden en uitwisseling van informatie. Platforms als de Bibliotheek 2.0 Ning brengen collega's bij elkaar zoals dat voorheen natuurlijk ook al gebeurde in vakverenigingen maar ineens kan iedereen laagdrempelig deelnemen. Niemand van ons heeft de wijsheid in pacht maar allemaal samen komen we toch wel een eindje.

Naar de bibliotheek van de toekomst zullen nog steeds mensen komen die een boek willen lezen of lenen. Maar het kenmerk van deze bibliotheek zal niet meer zijn hoe groot/mooi/volledig de collectie is of hoeveel uitleningen deze heeft. De bibliotheek van de toekomst heeft een ander herkenbaar kenmerk gekregen: het is de plek waar mensen werken die de weg kunnen wijzen in het echt oneindige doolhof van informatie en je ook nog kunnen en willen begeleiden in wat je allemaal kunt met die informatie. Het is de oude doelstelling van een bibliotheek maar de echte bibliotheek 2.0 is eigenlijk een bibliothecaris 2.0.
3

Ding 21. Sociale bibliotheekcatalogi

| donderdag 6 mei 2010
Het hele fenomeen van sociale bibliotheekcatalogi is er eentje waar ik de afgelopen jaren verschillend over gedacht heb. Toen Aquabrowser op de markt kwam en de eerste verrijkte bibliotheekcatalogi  te bekijken waren via het web, was ik er van overtuigd dat het de toekomst was voor alle bibliotheekcatalogi, simpelweg omdat het zoveel toegevoegde waarde had om relaties te (laten) leggen tussen materialen in je catalogus die verder gingen als waar de zoekvaardigheden van je klanten ophielden. Boeken kwamen 'ineens' in beeld doordat gerelateerde titels en trefwoorden getoond werden en niet langer hoefde je uit te leggen waar die trefwoordenlijst voor was en dat je moest nadenken over je zoekvragen.

Beheer versus gebruikersgemak
Aangezien ik het genoegen gehad heb om een bibliotheekautomatiseringsproject te mogen leiden in 1996 weet ik hoeveel aandacht je aan een gestructureerde inhoudelijke beschrijving van je catalogus moet besteden. Maanden heb ik met een projectgroepje besteed aan het nieuwe classificatiesysteem (we gingen met 6 bibliotheken over naar het SISO) en minstens net zo lang over een thesaurus en gecontroleerde trefwoordenlijst om al die vakgebieden eenduidig in de catalogus te krijgen. Allemaal prima geslaagd totdat het werd blootgesteld aan de realiteit en het langzaam verwaterde doordat bibliothecarissen ook mensen zijn en het lastig vinden om eenduidig de logica achter classificatie- en trefwoordensystemen te snappen. Je moet maar net met dezelfde blik er naar kijken en het blijft voor mij nog steeds 1 van de lessen die ik geleerd heb over het grote verschil tussen theorie en praktijk.
Sociale bibliotheekcatalogi halen feitelijk die druk (en noodzaak) van de ketel af. Ipv de focus op eenduidige metadatering door bibliothecarissen, verplaatst Aquabrowser/My Discoveries die focus naar de eindgebruiker toe. Door enerzijds zelf al verbanden te leggen tussen materialen in een catalogus, gebaseerd op fulltext, titel, auteur, uitgever, jaar en (gelukkig nog steeds) trefwoorden maar anderzijds ook die verbanden te laten leggen door die eindgebruikers middels o.a. reviews en beoordelingen. Feitelijk doen daarmee de eindgebruikers meer aan inhoudelijke ontsluiting dan bibliothecarissen :-)

Nuance
Verbanden leggen en daarmee 'discoveries' doen in een catalogus is echter wel voorbehouden aan een specifiek type gebruiker van de catalogus, nl. die gebruiker die ook echt snuffelt door een catalogus en ontdekkingen *wil* doen. Voor een openbare bibliotheek vind ik sociale bibliotheekcatalogi dan ook een excellente ontwikkeling. Daar vindt sowieso al historisch gezien nauwelijks inhoudelijke onderwerpsontsluiting plaats (catalogusrecords worden centraal aangeleverd) terwijl de doelgroep van de OB absoluut geinteresseerd is in het vinden van de juweeltjes in de eigen collectie.

Zie je dat al gebeuren in een hogeschoolbibliotheek?

'Parels voor de zwijnen' zei ik ooit nog tegen Jo Han toen we het over Aquabrowser hadden en of het iets voor ons zou zijn als Mediacentrum. Onze gebruikers komen, enigszins gechargeerd, zo'n beetje met een one-track mind naar het Mediacentrum. Met een specifieke titel of auteur al in de hand of met een rechtstreekse verwijzing door een docent(e) om 'iets' over een onderwerp op te zoeken. Hoe beter de trefwoorden aansluiten bij terminologie uit het curriculum (en boekenlijsten), hoe rechtstreekser we aansluiten op de vraag van onze gebruiker. Wij hebben geen type gebruikers die ontdekkingen willen doen in onze catalogus of die er lekker eventjes bij gaan zitten om te snuffelen in ons aanbod. Laat staan dat ze na het bestuderen van een stapeltje boeken nog een rating of review gaan schrijven in onze catalogus.

Edoch
Onze eindgebruikers moeten we niet hebben voor het sociale bibliotheekcatalogusgebeuren. Ik denk echter wel dat er een paar goede kansen zijn om zowel onze catalogus als website wat 'socialer' te maken. Mbt catalogus zouden docenten wel degelijk zinnige dingen kunnen (moeten?) toevoegen. Korte reviews bijvoorbeeld of aanvullingen en verbeteringen op gebruikte termen in de catalogus zodat ze inderdaad beter aansluiten op waarmee studenten vervolgens worden verwezen naar het Mediacentrum. Mbt de website geldt eigenlijk hetzelfde en ik heb er zelfs al vragen over gehad: waarom kunnen docenten en studenten niet iets aangeven over de kwaliteit van bronnen waarnaar we verwijzen op de site. Of nieuwe relevante (laten) toevoegen? Onze website is natuurlijk feitelijk ook een catalogus geworden de laatste jaren.

Los van het denken in producten als Aquabrowser gaat het vooral om het nadenken over wat je feitelijk wil doen met de mening, expertise en ervaringen van je klanten over datgene wat je aanbiedt. Daar zouden we hoe dan ook een begin mee kunnen maken.
2

Ding 20a Screencasting

| zaterdag 24 april 2010
Screencasts. Ideaal om dingen van je scherm op te nemen, eventueel te voorzien van wat gebabbel erbij (of captions/ondertiteling te maken) om anderen wat te kunnen laten zien. In de definitie van screencasting past tegenwoordig ook dat je jezelf erbij in beeld brengt (talking head) maar persoonlijk ben ik van mening dat je niet met afschrikwekkende zaken de kwaliteit van je screencast verbeterd. Sorry Erik.

Ik maak er voornamelijk gebruik van om kleine trucjes en weetjes van software uit te leggen. Hoe je bepaalde instellingen aanpast in een programma of een bepaalde functionaliteit in een softwarepakket. Ik deed het vroeger wel vaker dan nu want eigenlijk beperk ik me liever tot korte tekstjes met schermafdrukken erbij. Ik heb zelf het idee namelijk dat anderen dat makkelijker lezen dan een instructiefilmpje zitten te kijken maar ik geef toe, het kan ook zijn omdat ik er weinig lol aan beleef om mezelf terug te horen kletsen op een filmpje. Wat doe ik anderen eigenlijk aan zo de hele dag? ;)

Jing heb ik ooit eens gebruikt maar puur uit nieuwsgierigheid. Het is namelijk een gratis product van dezelfde leverancier die ook Snag-it maakt (voor de schermafdrukken) en Camtasia. Camtasia is het grote (en dure) broertje van Jing en daarmee is aanzienlijk meer mogelijk dan met het gratis Jing.

Als bibliotheek doen we veel met (databank)instructies en er is weinig verbeelding nodig om een direct nut te zien voor screencasts als invulling hiervoor. Hiervoor geldt wel hetzelfde als wat ik al tikte bij een eerder ding over online fotobewerkingsprogramma's: de meerwaarde moet wel in een professionele productie zitten. Het onderwijs maakt echter ook veel gebruik van software en het is ook een kleine sprong om wellicht de productie en begeleiding bij screencasts voor het onderwijs als toepassing voor het Mediacentrum te zien.

Misschien als we allemaal enkele screencasts gemaakt hebben en we wild enthousiast zijn?
2

Ding 20. Play that funky music white boy

| zaterdag 17 april 2010
Met Ding 20 weet ik eigenlijk niet eens zo zeer wat ik er mee moet aanmoet hier. Voor bibliotheken moet ik flink aan mijn duim gaan zuigen wil ik iets bedenken waar het wellicht misschien voor gebruikt zou kunnen worden en hoewel ik een ruime fantasie heb ga ik dat nu toch lekker niet doen.

Vijfentwintig geleden luisterde ik heel veel naar de radio, nam het op met een ouderwetse bandrecorder en cassetterecorder en kocht de Hitkrant, het Duitse blad Bravo en het Engelse blad Smash Hits om achtergronden van muziek en artiesten te kunnen lezen. En voor de songteksten want ik mag graag in alle privacy flink meebleren met de hits van weleer.

Twee decennia geleden kocht ik me scheel aan cd's, kocht nog steeds veel tijdschriften en zong, nog steeds net zo vals, mee met muziek die ik mooi vond.

Vijftien jaar geleden begon ik met het rippen van mijn cd's naar mp3's en heb ik ongeveer de helft van mijn internetvaardigheden geleerd in de speurtocht naar muziek (en software) om te downloaden. De tijdschriften kocht ik niet meer want op internet waren en zijn meer sites te vinden over muziek dan je in een mensenleven kunt lezen. Songteksten kon en kun je ook allemaal vinden dus nu kweelde ik vooral tegen een 14" monitor aan in de prettige wetenschap dat er nog geen webcams bestonden waarmee anderen misschien mijn meest genante air guitar optredens met begeleidend gejank zouden kunnen bespieden.

En eigenlijk vind ik muziek via sociale netwerken geen alternatief voor mijn vele gigabytes grote verzameling muziek die in mp3 formaat op mijn harde schijf en netwerk staat thuis. Een collectie die 100% aansluit op mijn smaak, in bijna perfecte kwaliteit en jawel, die songteksten worden tegenwoordig automatisch in de mediaplayer getoond, kant en klaar. Ideaal.

Maar dat heeft natuurlijk wel een nadeel. Je blijft altijd hangen bij de bands en artiesten die je goed vind terwijl er natuurlijk zoveel meer en nieuws is. Daar is ineens het sociale aspect wel hartstikke leuk om tips te krijgen van soortgelijke muziek als wat je al leuk vond of nog beter, muziek die helemaal nieuw voor je is!


In 2006 (geloof ik) had ik dan ook een account voor Last.fm genomen. Dat werkte toen al heel aardig maar sinds vorig jaar gebruik ik ook de 'scrobbler' die ervoor zorgt dat muziek die ik op mijn pc afspeel ook wordt toegevoegd aan mijn muziekbibliotheek op Last.fm. Op die manier krijg ik nog steeds beter wordende aanbevelingen voor soortgelijke muziek.

Dat gezegd hebbende heeft ook last.fm wel moeite om nog chocola te maken van de verscheidenheid aan genres die ik leuk vond. Jaren 60, 70, 80 en 90 muziek, light jazz, metal, hard rock en japanse muziek   staan in elk geval wel garant voor bijzondere aanbevelingen :)
2

Ding 19. Sociale netwerken

|
De mens is een sociaal dier schijnt het hoewel ik mezelf eigenlijk nooit als bijzonder sociaal heb beschouwd.

Dat wil niet zeggen dat ik niks heb met sociale netwerken. De kracht en meerwaarde ervan mocht ik al ervaren toen ik nog op de BDI opleiding zat. Vanaf dag 1 kreeg je daar een mailaccount en ineens ging er een wereld open. Tuurlijk niet alleen om klasgenoten te mailen maar ik vond mailinglijsten geweldig. Je las wat anderen vonden over onderwerpen die jou ook interesseerden en je kon vragen stellen die gewoon beantwoord werden. Beantwoord door mensen over de gehele wereld. Dat internet een communicatie medium is en geen technisch iets was me toen al helemaal duidelijk.

Bijna twintig jaar jaar later is er eigenlijk niet eens zoveel veranderd. Wel in de beschikbare platforms waar je met anderen over je interesses kunt praten of discussieren (of simpelweg kennis nemen), niet in hoe ik het gebruik. Tot de dag van vandaag is het o.a. privegebruik waarbij ik met enkele mensen in contact blijf (ik heb een Schoolbank account, een Hyves account en een Facebook account). Heel veel doe ik er eigenlijk niet mee en het is dan ook vooral een plek waar ik voor anderen te vinden ben, niet zo zeer dat ik anderen opzoek via die netwerken. Voor 'werkgerelateerde' (tussen haakjes want de grens tussen werk interesses en prive interesses is zo duidelijk nog niet) zaken heb ik o.a. mijn accounts bij Bibliotheek 2.0 Ning en doe ik meer en meer met de uitdijende mogelijkheden van LinkedIn.

Sociale netwerken zijn niet echt beperkt tot die grotere bekende netwerken vind ik maar omvatten ook wiki's en forums waar veel interactie van gebruikers plaatsvindt. Ook deze gebruik ik deels voor werkgerelateerde zaken maar vooral met mijn hobbies zit ik frequent daar. Als liefhebber van anime en technieuws ben ik veel tijd kwijt op de diverse fora.

Ik kijk ook op een wat abstracter niveau naar al die sociale netwerken en plekken waar je lid van kunt zijn. Het is, zeker in een toenemende digitale informatiemaatschappij, een belangrijk onderdeel geworden van je identiteit. Als ik 20 jaar geleden mezelf had moeten beschrijven dan had ik dat gedaan met terminologie over mijn normen en waarden. Opvattingen over zaken die eigenlijk heel eenzijdig waren omdat mijn wereld ook redelijk klein was. Anderen hadden dingen van me gevonden, primair voortkomend uit wat ze van me wisten uit persoonlijk contact.

Nu kan ik er voor kiezen om discussies en gesprekken aan te gaan met mensen over de gehele wereld. Uitwisselen van meningen en kennis met mensen die me nauwelijks of niet zouden herkennen als onze paden zich in de fysieke wereld zouden kruisen. De mogelijkheden van dit soort netwerken heeft voor mij tenminste drempels verlaagd en me in staat gesteld met mensen in contact te komen met wie ik interesses deel, waar ook ter wereld. Ik denk dat ik mezelf na die 20 jaar nu ook heel anders beschrijf en in hele andere termen. Ik denk ook dat mensen andere dingen van me vinden dan ik van mezelf vind.

Ik denk wel dat ik wat socialer ben geworden ...
6

Nog een keer ding 17

| dinsdag 6 april 2010
Mirjam vroeg me hoe je nou foto's moest plaatsen, routes kon doen in een Google Map en hoe je icoontjes kon veranderen. Daar had ik niet heel snel een antwoord op maar ik heb het teruggevonden :)

Het bewijs:


View Windesheim looproute vanaf station in a larger map

Ik leg het je graag uit vrijdag, Mirjam. Als je op de beide icoontjes klikt zie je foto's van de resp. locaties.
7

Ding 18. LibraryThing

| zaterdag 3 april 2010
Noblesse oblige met dit Ding. 'Iets' op het web doen als bibliothecaris en nog nooit wat met LibraryThing gedaan hebben, dat kan natuurlijk niet.


In een huis met twee bibliothecarissen hadden we natuurlijk al lang onze boeken in een database zitten. Om precies te zijn, dat zat allemaal in een Cardbox database. Toen LibraryThing om de hoek kwam kijken hebben we nog flink wat tijd en energie gestoken in het invoeren in LT. Zelfs zoon Kevin en dochter Susannah hebben hun eigen accounts waar de prentenboeken allemaal in opgenomen zijn.

Hierboven zie je staan dat ik 320 boeken in mijn LT collectie heb zitten. Dat zijn vanzelfsprekend niet alle boeken die ik heb want, zeker in het begin, het was geen sinecure om nieuwe titels toe te voegen. Anno nu zijn er vele Nederlandse en (goede) Engelse catalogi waar de gegevens uit geleend kunnen worden maar in 2006 waren de meeste Nederlandstalige boeken handwerk om in te voeren. Ik gebruikte de widget functie van LibraryThing om in mijn toenmalig weblog te laten zien wat ik gekocht en gelezen had (een apart leeslog hield ik er toen nog op na).

Ook al doe ik er eigenlijk niet heel veel meer mee nu, boeken die ik koop voeg ik nog steeds braaf toe, zo af en toe lees ik de aanbevelingen en toevallig vroeg ik me enkele maanden geleden nog af wat ik nu ga doen met de ebooks die ik gekocht en gelezen heb: wel of niet toevoegen aan LibraryThing?

Voor werkgerelateerde toepassingen is LibraryThing echter juist wel ideaal. Met LT for Libraries brengt het de (sociale) metadata naar een eigen bibliotheekcatalogus toe en via koppelingen met Google Books en andere bronnen waar LT zelf uit put, kun je je bijna niet eens meer voorstellen hoeveel er mogelijk is. De strakke (en beperkte) architectuur van bibliotheeksystemen als Vubis Smart en LBS4 biedt echter weinig aanknopingspunten om gebruik te maken van deze mogelijkheden en je ziet ook meer en meer dat (technisch vaardige) bibliotheken hun catalogus zelf maken en hierbij gebruik maken van ideeën en metadata waar ook LT gebruik van maakt. Ik voorzie nog niet het einde van de traditionele bibliotheeksystemen (dat riep ik namelijk 5 jaar geleden wel maar het schiet van geen meter op :P) maar ik denk wel dat de web 2.0 catalogus ieder jaar een klein stukje dichterbij komt.

Oh ja, werkgerelateerde toepassingen met LibraryThing kun je ook op een andere manier zien. Een jaar geleden heb ik zitten spelen met een aparte LT account voor aanwinstenlijsten en themacollecties. Dat wil bijzonder goed maar vereist in eerste instantie dat je een lijst met (alleen) ISBN's hebt .. iets dat relatief eenvoudig uit ons bibliotheeksysteem te halen is. Op die wijze kun je een link naar een aanwinstenlijst, met covers, maken die ook qua presentatie aantrekkelijk is. Je houdt echter wel de noodzaak over om handmatig andere kenmerken toe te voegen maar het is zeker werkbaar.
4

Ding 17. Ontdek je plekje

|
Een nieuw ding in 23 dingen maar (gelukkig) een oude bekende in mijn eigen lijst van dingen: Google Maps.

Als kind vond ik het al geweldig leuk om kaarten te maken van de omgeving waar ik woonde. Uren fietsen om zo een beeld te krijgen van tussendoorweggetjes, bospaden, binnenwegen en fietspaden. Het hielp ongetwijfeld dat ik een extreem slecht ruimtelijk inzicht heb om van mijn gevoel voor richting nog maar niet te spreken maar hoe dan ook, (land)kaarten hebben altijd een grote aantrekkingskracht op me gehad.

Toen Google Maps jaren geleden gelanceerd werd was dat ook reden voor flink wat spielerij. Alle plekken waar ik ooit geweest ben, waar ik gewoond heb en waar ik gewerkt heb zocht ik op. Een tijd daarna kwamen ook de routebeschrijvingen erbij voor looproutes en dat vond ik helemaal geweldig: als ik ergens een bespreking had in Nederland kon ik eenvoudig kijken hoe ik er moest komen als niet-autobezitter. Mijn Gmail account voor Google Maps zit ook vol met diverse routes en reisjes die ik de laatste jaren gemaakt heb.

Het werd allemaal nog leuker een klein jaartje geleden toen ik de G1 Android telefoon kocht. Daar zit ook Google Maps op (vanzelfsprekend eigenlijk) en vanaf dat moment was het wonderbaarlijk makkelijk geworden om waar dan ook de weg te vinden naar de plek waar ik moest wezen. Ideaal want zoals al eerder gezegd, mijn gevoel voor richting is abominabel :)

Toevoegingen als Google Latitude zijn breed in het nieuws geweest. Het stelt je in staat aan anderen, bijna realtime, te laten weten waar je bent. Alle privacy discussies zullen nog wel flink doorwoekeren maar ik zie het nut er wel van in, al was het maar omdat Erik en ik het gebruiken om te achterhalen of afspreken om 8 uur in de DE corner wel zin heeft: we zien van elkaar of we in de buurt zijn.

Street View is de recentste grote toevoeging aan Google Maps (samen met de mogelijkheid je eigen foto's van een locatie toe te voegen, ook niet te versmaden). Ik heb er al enkele keren op Vakblog over geblogd maar ook dit is simpelweg briljant om jezelf te orienteren waar je moet zijn. Vroeger omschreef ik waar ik woonde als ik bezoekers kreeg die nog niet eerder langs waren geweest, met beschrijvingen als 'halverwege de straat zie je een opvallende boom in een tuin staan ... het huis daarnaast is dat van ons'. Nu stuur ik eenvoudig een linkje waar je precies ziet hoe de straat er uit ziet en waar mijn voordeur zich bevindt.

Werktoepassingen heb ik eigenlijk niet met Google Maps of het moet zijn dat ik bezoekende leveranciers al enkele jaren een link stuur waarin de looproute vanaf het station naar Windesheim te vinden is. Deze is nu ook inclusief Street View dus je kunt een virtuele wandeling maken voordat je zelfs maar voet in Zwolle gezet hebt. Als testje heb ik ooit nog eens een eenvoudig kaartje van Windesheim gemaakt waar alleen de Campus op te zien is maar die wel los van Google Maps te bekijken is.

En het is ook gewoon leuk om die plekken die je dagelijks bezoekt te delen met anderen ...


View Larger Map

Maar een beetje profiteren van andermans kaarten is nog veel leuker. In Tukker land zijn de paasvuren een bekend fenomeen en een stagiaire bij Tubantia (studente van Windesheim) is een dag bezig geweest een Google Map te maken met de locaties van alle paasvuren erin. Moet je eens voorstellen hoeveel werk dat vroeger geweest was!


Overzicht paasvuren 2010 weergeven op een grotere kaart
2

In de war met de dingen ;)

| zaterdag 27 maart 2010
Ik las even vooruit naar ding 17, welke een kleine aanpassing heeft gekregen. Dit was 'Bekijk een web 2.0 site naar keuze' en is nu 'Ontdek je plekje, ontdek Google Maps en Street View' geworden.

Deze staat echter nog niet open dus ging ik naar de 'echte' 23 dingen site waar ik zag dat Google Maps en Street View ding nummer 15 was geworden. Jawel, Rob heeft de podcasts verbannen uit het officiele 23dingen.nl programma ;-)
1

Ideaal bestanden opslaan en delen via Dropbox

| zondag 21 maart 2010
Ja, Google Docs is ontzettend handig maar zoals ik enkele postjes geleden al zei, niks heeft me nog van Dropbox afgekregen. Het werkt voor mij in elk geval stukken fijner.


Dropbox is een webdienst waar je gratis 2 GB (2,25 GB zelfs als je via deze link een account neemt daar) krijgt om bestanden op te slaan. Dat werkt wel een stukje anders dan je via ShareNet of Google Docs gewend bent.
Als je namelijk Dropbox op je pc installeert, dan kun je een map aanwijzen (standaard is het de My Dropbox map) waarin je gewoon je eigen bestanden kunt opslaan. Het programmaatje synchroniseert deze bestanden echter automatisch naar jouw stukje ruimte op de server van Dropbox waardoor je ze overal bij de hand hebt.

Het wordt nog makkelijker zelfs: als je hetzelfde programmaatje installeert op een 2e (of 3e of 4e) pc, dan synchroniseert die keurig de bestanden van pc 1 naar de server naar pc 2. Zo heb je dus overal, waar je ook bent, altijd de laatste en goede versie bij de hand. Ik gebruik het zelf om tussen twee thuispc's, laptop en mijn werkpc alle bestanden automatisch bij de hand te hebben.

Dropbox heeft zelfs de mogelijkheid om alles wat je in een bepaalde map doet openbaar te maken maar je kunt ook een map aanwijzen of maken die bestanden bevatten die je wilt delen met een andere Dropbox gebruiker. Als ik bijv. een map met bestanden wil delen met Erik, die ook een Dropbox account heeft, kan ik dit op de site van Dropbox instellen en automatisch verschijnt die map dan in zijn account en wordt die op al zijn pc's getoond.

Hoezo handig werken?
1

Ding 16. YouTube

| zaterdag 20 maart 2010
Misschien net niet *de* beste vertegenwoordiger van web 2.0 maar veel zal het niet schelen. Onvoorstelbaar hoe een website, die net iets meer dan 5 jaar geleden het idee had om een plek te bieden om video's te uploaden, zo heeft kunnen groeien. Nog onvoorstelbaarder wellicht hoe de content en het aantal mensen dat video's plaatst nog harder groeide. Geen wonder dat Google het al na een korte periode overnam en het nu 1 van hun vele paradepaardjes is.

YouTube biedt tv series, vodcasts, instructie filmpjes, videoblogs, webcam opnames. mobiele telefoon filmpjes ... je bedenkt het, je kunt het er vinden. Over zinnige onderwerpen, leuke, ontroerende, politieke en natuurlijk onzinnige onderwerpen. Er is niemand op deze planeet die niet (theoretisch) in staat zou moeten zijn een videootje op YouTube te plaatsen.

Bedenk even wat dat betekent eigenlijk. Iedereen met een mening kan iets kwijt op YouTube (en als je naar de dagelijkse groei van video's kijkt dan zou je bijna denken dat iedereen dat ook doet). Natuurlijk, dat kan ook via mail of weblog of je eigen site maar de kracht van YouTube is dat je met hele basale kennis en apparatuur in een mum van tijd iets kunt delen daar. Probeer dat maar eens te doen met een eigen site of blog, zoals iedereen die met 23 dingen bezig is nu wel kan beamen.

Bloggers zijn dol op YouTube, vooral door de mogelijkheid om filmpjes te embedden op eigen sites, en dat betekent dat ik elke dag wel verwijzingen vind naar een of meerdere filmpjes daar. Ik volg ook meerdere sites met technieuws en ook deze gebruiken korte videorapportages via YouTube. Zelf laat ik me ook niet onbetuigd en heb ik mijn eigen kanaal daar waar ik video's plaats die ik met mijn Vado maak. Bijna allemaal van mijn kinderen dus die deel ik dan weer niet met de hele wereld maar ja, er is ook nog zoiets als privacy.

Mijn mediaplayer heeft de mogelijkheid om YouTube direct op mijn tv af te spelen en ik beloof je, je hoeft nooit meer wat anders te kijken als je dat zou willen. Hoe makkelijk het is om een hele avond te surfen van filmpje naar filmpje, je moet het maar van me aannemen.